Iedereen is een stukje God.

Wanneer je je uiterlijke omstandigheden verandert, omdat je niet gelukkig bent, dan verandert er niets, want je neemt namelijk jezelf  mee. Dat is vaak waarom mensen  gedesillusioneerd raken, doordat ze hun realiteit willen ontvluchten en geen verantwoordelijkheid willen of durven nemen voor dat wat er werkelijk gaande is.

– relaties worden vaak aangegaan om maar niet alleen te hoeven zijn.
– we blijven vaak te lang in een slechte relatie, omdat we niet alleen durven zijn.
– we krijgen kinderen om een slecht lopende relatie te redden of iemand aan ons te binden.
– we verhuizen of emigreren zelfs, omdat we niet gelukkig zijn op de plaats waar we ons bevinden.
– we nemen een nieuwe baan, omdat we denken dat we daar gelukkiger door zullen zijn.
Deze lijst kan iedereen vast nog wel aanvullen met een drogreden uit eigen repertoire.
Er is niets mis mee om te verhuizen, te trouwen, kinderen te krijgen of van baan te veranderen, maar de intentie waarmee je de dingen doet bepaalt of het een succes wordt of een desillusie.
Als je niet gelukkig bent en je denkt op die manier wel gelukkig te worden, dan plaats je het geluk buiten jezelf, dan maak je jouw geluk afhankelijk van externe omstandigheden.
Iedereen kent wel het sprookje over het mannetje Timpetee, oftewel kabouter Piggelmee, die in een hutje aan het strand woonde.
Op een dag ving hij een vis die kan praten en hem smeekte om vrijgelaten te worden.
Hij mocht alles wensen wat hij wilde als dank.
Het mannetje kon niets verzinnen, maar liet toch de vis vrij.
Thuis aangekomen vertelde hij het verhaal aan zijn vrouw.
Zij zei: “Had toch een mooi huis gevraagd!”
De volgende dag ging het mannetje terug naar het strand, riep de vis bij zich en bracht alsnog de wens van zijn vrouw over.
De vis willigde het verzoek in.
Even genoten ze samen van het mooie huis, maar al snel werd het vrouwtje weer ontevreden en stuurde haar man terug naar het strand om nog een groter en mooier huis te vragen.
Daarna wilde ze een adellijk slot en ook dat gaf haar even het blije gevoel wat ze zocht.
Toen wilde ze een kasteel en wederom hetzelfde verhaal.
Een koninklijk paleis.
Een keizerlijk paleis.
Uiteindelijk in haar onvrede besloot ze dat ze God wilde zijn.
Het mannetje ging weer naar het strand om de vis te vragen.
Het donderde en bliksemde en de zee was nachtblauw.
Bibberend stelde hij zijn vraag aan de vis.
En toen hij thuis kwam…..
Zat zijn vrouw weer in het oude hutje aan het strand….
Ogenschijnlijk was er niets veranderd, maar het vrouwtje zelf was veranderd.
Ze was daarna tevreden en gelukkig met haar lot.
God is in iedereen van ons en wie daarbij kan komen, dus in het diepst van zijn of haar wezen kan komen is een gelukkig mens, want hij of zij kan namelijk overal gelukkig zijn en onder alle omstandigheden.
Lieve mensen, tel je zegeningen en prijs jezelf er gelukkig mee.
Beklaag jezelf niet over het lot wat je jezelf geschapen hebt.
Als je onvrede in jezelf voelt, doe er wat aan.
Werk aan jezelf.
Totdat je bij de kern komt.
Daar is het goed vertoeven.
Dat is je verdienste voor al het harde werken om spiritueel te groeien.
Het loont.
Dat neemt niemand je ooit nog af.
Overal en onder alle omstandigheden kun je dit gevoel naar boven halen.
En jezelf gelukkig prijzen met alles wat je hebt en bent.
Het geluk vind je namelijk niet buiten jezelf maar in jezelf.
Het is de meest natuurlijke staat van zijn van de mens.
Het is het stukje ‘God’ in ons.
Het is de staat van zijn waarnaar we streven door aan onszelf te werken.
Het is de verlichting.
Verlichting betekent namelijk niets anders dan het letterlijk ‘afleggen van alle ballast die je bij je draagt’.
Het sleutelwoord hierbij is ‘volledige acceptatie van al wat is’ en van hieruit onstaat tevredenheid en daar zit het woord vrede in.
De vrede in jezelf.
Dan ben je bij het stukje God in jou.
Dat stukje was er altijd al, maar wachtte om door jou ontwaakt te worden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *